De kindertijd van Amy - 10 jaar

In deze podcast praat Helen Purperhart met de 10 jarige Amy. Haar eerste herinnering uit haar kindertijd is dat ze voor het eerst haar allerbeste vriendinnetje Sam ontmoette. Ze zijn al 9 jaar beste vriendinnen en spelen nog steeds graag iedere dag samen.  Toen ze klein was vond ze het niet fijn om met anderen te knuffelen. Maar op elke foto waar ze met Sam op staat knuffelen ze. Wat de vriendschap bijzonder maakt is dat ze heel erg verschillen en dat maakt het ook wel weer heel leuk. Samen hebben ze dezelfde humor en lachen ze vaak in de klas. Amy is heel vaak blij en soms boos. Als ze boos is dan knijpt ze in haar vuisten en gaat ze naar haar kamer om af te koelen. Als ze 50 seconden stil naar de muur heeft gestaard is ze er klaar mee. Ze vindt het fijn om kind te zijn omdat ze nog heel veel nieuwe dingen kan ontdekken. Het laatste wat ze heeft ontdekt is vissen. Als ze zou kunnen toveren dan zou ze een spreuk bedenken waardoor ze in een keer al haar huiswerk klaar heeft en dat ze alles wat ze moet leren uit haar hoofd kent.  Beluister de podcast om meer te weten te komen over Amy.


Verhaal met een boodschap - De dierenschool

Op een dag kwamen de dieren uit het bos bij elkaar een zeiden:  Wij moeten een school bouwen waar dieren kunnen leren om dier zijn. Een klein groepje dieren kwam bij elkaar en bedacht samen het lesprogramma. Het konijn stond erop dat "hardlopen" in het programma werd opgenomen. De torenvalk vond "kunstvliegen" het belangrijkste. De karper maakte duidelijk dat "geruisloos zwemmen" erbij moest. En de eekhoorn maakte zich sterk voor het onderdeel "klimmen tegen de kaarsrechte stammen van torenhoge bomen”. 

De school werd opengesteld voor alle dieren. De schoolleiding zei dat de dieren zich in alle vakken moesten bekwamen om echt dier te kunnen zijn. Toen ging er iets verschrikkelijk fout. Het konijntje was wereldkampioen hardlopen. Geen dier kon zo snel wegsprinten als hij. De schoolleiding vond dat het voor het konijn belangrijk was, voor lichaam en geest, dat hij ook goed moest zijn in vliegen. Zet zetten het konijn op een hoge tak en zeiden: "Leer vliegen, konijn". Het arme dier sprong, tuimelde naar beneden en brak een achterpoot. Zo kwam het dat hij voor het hardlopen toch niet meer dan een 6 kreeg op zijn rapport in plaats van een 10. Voor vliegen gaven ze hem een 1.

Met open mond zagen de dieren hoe de torenvalk zijn acrobatische kunsten in de lucht vertoonde. Toch merkte de schoolleiding op, dat het voor een valk van grote waarde was als hij, net als het konijn, holen kon graven in de grond. De valk deed zijn uiterste best, brak jammer genoeg zijn snavel en kneusde zijn vleugels. Waardoor hij erna nog nauwelijks kon vliegen. Voor holen graven haalde hij een 1. En evenzo verging het alle andere dieren.  En wie haalde tenslotte de beste cijfers van de dierenschool? Dat was de hersenloze kwal, die glibberend alle proeven redelijk wist te doorstaan. Zijn botten breken kon hij niet - hij had er immers geen. En zo werd hij de tot de beste van de klas uitgeroepen.

Reactie van Amy

Je kan niet alles, maar je bent altijd wel ergens goed in. Grappig dat de kwal de beste was in alles.