De kindertijd van Lucas - 7 jaar

In deze podcast praat Helen Purperhart met de 7 jarige Lucas.  Kind zijn vindt Lucas leuk. Dan hoef je nog niet al die klusjes te doen zoals koken en afwassen.  Nu hoeft hij alleen nog maar de tafel af te ruimen en zijn bed op te maken.  En soms ook die van zijn moeder.  Van alle emoties heeft hij het meest last van boosheid. Dan heeft hij geen controle over zichzelf en gaat hij hele rare dingen doen. Hij voelt zich dan heel erg warm alsof hij de zon aanraakt.  Mama roept hem dan weer tot de orde en dan koelt hij af. Thuis voelt hij zich veilig onder zijn bed.

 

Baas & schooltje spelen

Als Lucas de baas van Nederland zou zijn dan zou hij ervoor zorgen dat de dierenambulance ook een zwaailicht krijgt. Dieren zijn namelijk net zo belangrijk als mensen vindt hij. Dat je in je elleboog moet hoesten vind hij onzin. Je kunt beter in je handen hoesten want dan moeten de bacteriën veel langer lopen. Dus die wet zou hij afschaffen. En als hij meester zou zijn van een school dan zou hij ze sowieso rekenen leren want daar is hij heel erg goed in. Kinderen in zijn klas helpen mag hij niet omdat ze het echt zelf moeten doen.


Avonturier worden

Later als Lucas groot is wil hij net als Freek Vonk avonturier worden. De wereld rondreizen en allemaal dingen ontdekken lijkt hem wel wat. Als kind is hij al eens in Kenia geweest. Daar zag hij grote oranje olifanten, dat kan hij zich nog heel goed herinneren.


Verhaal met een boodschap - Er was eens een jongetje

Er was eens een klein jongetje dat voor het eerst naar de grote school ging. Toen hij ontdekte dat hij van buiten direct door een deur zijn klas in kon lopen leek de school helemaal zo groot niet meer. Op een dag, toen het jongetje op school was, zei de juf tegen hem: ‘vandaag gaan we een tekening maken’. Fijn, dacht het jongetje, hij hield van tekenen. Hij kon van alles tekenen; leeuwen en tijgers, kippen, koeien, treinen en boten. Hij pakte zijn kleurpotloden en begon te tekenen. Maar de juf zei dat hij nog even moest wachten! We gaan nu bloemen tekenen zij de juf. Fijn, dacht het jongetje, hij tekende graag bloemen. Hij begon bloemen te tekenen met roze, oranje en blauwe kleurpotloden. Wacht zei de juf Ik zal laten zien hoe het moet’. Ze tekende een bloem op het bord. Een rode bloem met een groene stengel. ‘Zo’, zei ze. ‘Nu mogen jullie beginnen.’   Het jongetje bekeek de bloem van de juf en keek toen naar zijn eigen bloemen. Hij vond zijn eigen bloemen mooier dan die van de juf, maar dat zei hij niet. Hij draaide zijn blaadje om en maakte een bloem net zoals die van de juf. Rood, met een groene stengel. Het jongetje leerde te wachten en te kijken en deed de dingen precies zoals de juf het voordeed. Al heel gauw maakte hij geen tekening meer uit zichzelf. 

Op een dag ging het jongetje naar de tweede klas. Deze klas had geen deur van buitenaf direct naar de klas in. Hij moest een hoge trap op en een lange gang door om in zijn klas te komen. Op de allereerste schooldag zei de juf: ‘Vandaag gaan we een tekening maken’. Fijn, dacht het jongetje. Hij wachtte tot de juf hem liet zien wat hij moest doen. Maar de juf zei helemaal niets, ze liep alleen maar door de klas. Toen ze bij het jongetje kwam vroeg ze: ‘Wil jij geen tekening maken?’ ‘Jawel’, zei het jongetje,’ maar wat moet ik dan tekenen?’’ Dat weet ik niet, ik wacht totdat jij gaat beginnen’, zei de juf. ‘Hoe moet ik het dan doen?’ Vroeg het jongetje. ‘Precies zoals je wilt, hoe moet ik anders weten welke tekening van jou is’, zei de juf. Het jongetje begon te tekenen met roze, oranje en blauwe kleurpotloden. Hij vond het leuk in zijn nieuwe klas, ook al was er geen buitendeur direct naar zijn klas.

Reactie van Lucas

Lucas wil liever de juf die je laat tekenen wat je zelf wilt. Want als je bijvoorbeeld heel erg slecht bent in bloemen tekenen,  maar wel heel goed in treinen tekenen dan kun je gewoon een trein maken.